Ontwikkeling en onderzoek

Compacten in het reken-wiskundeonderwijs voor (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs

A. Noteboom & J. Klep

A. Noteboom & J. Klep - SLO, Enschede

De meeste leerkrachten in het basisonderwijs geven klassikaal reken-wiskundeonderwijs aan de hand van een rekenme- thode. Deze methode richt zich in tempo, aanpak en hoeveelheid oefen- en herhalingsstof voornamelijk op de gemiddelde leerling en leerlingen die daar iets boven of iets onder presteren. Begaafde en hoogbegaafde leerlingen kunnen vaak met veel minder uitleg, oefening en herhaling toe. Voor hen zou best het een en ander geschrapt kunnen worden. Uit onderzoek blijkt dat leerkrachten dit nauwelijks durven, bang kinderen te kort te doen.

In opdracht van de overheid heeft de SLO in het project ‘Compacten van reken-wiskundeonderwijs’ richtlijnen geformu- leerd om de rekenmethode voor begaafde en hoogbegaafde leerlingen te comprimeren. Op basis van deze richtlijnen zijn delen van methoden gecompact. Deze ‘compactingprogamma’s’ zijn uitgeprobeerd in de praktijk. In dit artikel doen we verslag van het onderzoek1 en van de resultaten.

De opdracht was richtlijnen te formuleren om rekenonderwijs te comprimeren. Uit de evaluatie blijkt echter dat men meer behoefte heeft aan een volledig compactingprogramma bij de rekenmethode. En dat men daarnaast vervolgens grote be- hoefte heeft aan extra verrijkingsmaterialen en suggesties die men kan inzetten in de vrijgekomen rekentijd van begaafde en hoogbegaafde leerlingen. In twee vervolgprojecten werken we aan beide vragen. Aan het eind van dit artikel gaan we kort in op de doelen en plannen en de eerste ervaringen binnen deze projecten. 

Deel dit artikel