Ruzie in het kabouterdorp
Volgens het boekje
Danny (4 jaar) heeft van acht blokken een toren gebouwd. De leerkracht komt even bij hem kijken. ‘Mooi wordt ‘ie, hè? En hoog…’ Danny wijst met z’n hand de hoogte aan en begint spontaan te tellen. Daarbij houdt het opzeggen van de telwoorden echter geen gelijke tred met het aanwijzen van de blokken.
‘Zes blokken’, is zijn conclusie.
Leerkracht: ‘Zes…? Zouden het er niet meer zijn?’
Danny telt opnieuw en komt nu tot negen. Daarna telt hij ze nog een keer en komt tot tien. ‘Veel, hè’, zegt hij lachend en gaat verder met bouwen.