Welkom

Wie goed rekenles wil geven moet veel in huis hebben. Jos van Rooij zet het op een ritje. Misschien lijkt het een onbereikbaar ideaal om een goede rekenleraar te worden, maar wie zich van de benodigde kwaliteiten bewust is weet waar hij aan moet werken.

Radiopresentator, liedjesschrijver en plezierdichter Ivo de Wijs vertelt hoe hij heeft leren rekenen en hoe hij als taalliefhebber de rekenvaardigheid in ere houdt

Drie boeren met drie stukken land. Maar welk van de drie stukken land is het grootste? De kinderen van juf Lia van Diem zoeken het uit

Ed de Moor ging naar de tentoonstelling "100 jaar Ot en Sien" en vraagt zich af of de wereld uit de boeken van Ot en Sien wel een waarheidsgetrouw beeld geeft van de tijd waarin zij leefden.

Als je, net als Harrie Sormani, veel van rekenen houdt, dan kun je je heerlijk uitleven als je net een nieuwe broodmachine hebt gekocht.....

Kun je uitrekenen hoe hard je moet rijden om niet te hard te rijden?

Steeds meer kinderen brengen een bezoekje aan het Probleem van de Maand op het Rekenweb. Zo mochten zij bijvoorbeeld hun hoofd breken op een aantal opgaven rond panoramafoto's. De mooie uitzichten leverden nieuwe inzichten.

Als het nieuwe jaar is gekomen, moet de kerstboom opgeruimd worden. Hanneke Custers greep dit moment aan om er samen met haar kleuters een mooie meetkundeactiviteit van te maken. De kinderen gaan gemotiveerden de slag.

Een recensie van de heruitgave van het rekenboek De Cijfferinghe (1604) van Willem Bartjens.

Groep 4 waagt zich aan een moeilijk maar uitdagend probleem: het raadsel van de wijnflessen (Menniger, 1972). In dit artikel beschrijven Erica de Goeij en Adri Treffers de reken-wiskundeactiviteiten die in het wijnflessenprobleem verpakt zitten.

Stefan uit groep vier is bezig om de tafels te leren....

In België is een nieuw vak geboren: mino-meetkunde. Het is een creatief en beeldend vak waarbij probleem-oplossen voorop staat en waarbij belangrijke kennis en vaardigheden op het gebied van meetkunde spelenderwijs worden opgepikt.

Razende reporter Ed de Moor bezocht voor Volgens Bartjens 3 rekenwedstrijden binnen 3 weken. In dit artikel doet hij verslag en bespreekt hij het nut en belang van dergelijke reken-evenementen voor het reken-wiskunde-onderwijs.

Als jongetje van acht wist hij al zeker dat hij onderwijzer wilde worden. Uiteindelijk werd het showmaster. Hij vertelt hoe dat zo gekomen is.

In het boek zijn twee velden getekend. Een voor John en een voor Arent. Die velden hebben de jongens gekregen van hun vader. De broers zijn wel blij met hun grond, maar ook weer niet. Ieder denkt dat de ander het grootste stuk heeft. Hoe los je dit op?

Bij het opruimen van zijn kamer komt Ed de Moor veel (reken)herinneringen tegen......

Het is het mooiste als kinderen in de reken-wiskundeles zelf oplossingsmanieren construeren, maar lukt dat ook bij breukenvraagstukken? De auteur van dit artikel heeft ervaren dat het kan. Laat kinderen veel breuken zien, dan komt het inzicht vanzelf.

Een recensie over het boek Reken Vaardig. Een boek om de rekenvaardigheid van Pabo-studenten bij te spijkeren en nog veel meer.

Een goede context ondersteunt het bedenken van de leerlingen. Maar aan welke eisen voldoet een goede context? Hoe ga je er op de juiste wijze mee om? Waar ligt de balans tussen het wiskunde-gericht uitdiepen en te diep ingaan op onbelangrijkste details?

Waar kan ik goede en uitdagende rekenopgaven voor de betere rekenaars in mijn groep vinden? Vooral leerkrachten in de middenbouw worstelen met dit probleem De meeste verrijkende materialen richten zich immers op de bovenbouw. Jos van den Bergh lost op.

Goede rekenaars zijn vaak gek op rekenen, maar dat betekent niet dat ze altijd tevreden zijn over de gang van zaken in de rekenles. Hoe zou het anders moeten? Daar hebben ze wel ideeën over. Ivanna van Dijk sprak met goede rekenaars uit groep 6 en 7.

Wanneer geschikte problemen in een klassikale, interactieve onderwijssetting worden aangeboden, voelen alle leerlingen zich uitgedaagd en zijn het niet alleen de bollebozen die met mooie oplossingen komen.

Op de Nijmeegse Schoolvereniging mogen goede rekenaars het makkelijke rekenwerk laten zitten. Daarvoor in de plaats krijgen ze extra verrijkingsstof en bezoeken ze de verrijkingsklas.

Als (hoog)begaafde leerlingen in de rekenles moeten doen wat de andere leerlingen ook doen, oefenen ze honderden keren wat ze allang kunnen en leren ze niet hoe ze een echt probleem moeten aanpakken. Maar hoe pak je het dan aan?

Vrijwel alle uitgevers van reken-wiskundemethoden hebben ook additionele materialen in hun fonds; extra leerstof voor de betere rekenaar als aanvulling op de methode. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen deze materialen?

Jo Nelissen was in de jaren '90 medewerker aan het Bollebozenproject voor (hoog)begaafde leerlingen. Hij schreef een recensie over het boek 'Compacten en verrijken van de rekenles voor (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs.